Kamminga na eerste zege in Hallum: ‘Kan niet meer voelen of ik goed ben’

Met beleid ging ze aan het begin van de middag van start in het KPN Open Nederlands Kampioenschap. Manon Kamminga, toch altijd iemand om rekening mee te houden op de marathon, had immers nog nooit een koers over 65 kilometer gereden. Toch stond ze na afloop in de rood-wit-blauwe trui met het Wilhelmus mee te zingen. “Normaal gesproken is dit helemaal niets voor mij.”

Met het kleine damespeloton in Hallum begon de koers dan ook opvallend rustig. Na de eerste ronde over het vernieuwde parcours van 22 kilometer konden bijna alle dames het peloton nog volgen. Onder leiding van titelverdedigster Imke Vormeer kwam de groep langs start/finish. Het was vervolgens Beau Wagemaker die de knuppel in het hoenderhok gooide. De West-Friese rijdster pakte even een gaatje en zorgde ervoor dat de koers ontbrandde.

Even later sprong ook Kamminga weg, waarna uiteindelijk een groep van vijf vrouwen overbleef. Met Berber Vonk, Gerline Crediet, Vormeer, Wagemaker en Kamminga dicht bij elkaar gingen ze de slotronde in. Daarin was het Kamminga die nogmaals de gashendel opentrok en weg reed bij de rest. Met ruim twee minuten voorsprong kwam ze uiteindelijk over de streep. Wagemaker werd tweede, Vonk won de sprint van Vormeer om de derde plaats.

“Dit is wel bijzonder, want ik heb nog nooit een koers over 65 kilometer gereden”, zegt Kamminga met de overwinningskrans om haar schouders. “Het was in het begin wel even aftasten. We begonnen die eerste ronde echt rustig. Iedereen deed zijn kopbeurt en ik had niet echt het idee dat er iemand verzaakte.” Pas na de eerste versnellingen gingen de dames naar elkaar kijken. “Toen we met zijn vijven reden, werd er wel wat minder overgenomen. Toen ben ik op een gegeven moment gegaan. Ik heb ook echt wel afgezien, hoor.”

De 27-jarige rijdster komt net terug van het EK Inlineskaten in Pamplona, waar ze als coach actief was. “Ik heb een week niet getraind. Als ik dan coach, ga ik daar ook helemaal voor. Enkel als ik thuis ben, pak ik de skeelers weer of de fiets. Daarom wilde ik het nu ook niet forceren, want ik kan van tevoren niet meer voelen of ik goed ben. Pas toen Beau ging, ging het gas bij mij open en ging ik rijden. Ik reed er in een klap naartoe en toen ging ik door.”

Door Sjors Leek, www.schaatsen.nl